Warm de oven voor op 200 °C.

Bak het spek op laag vuur in de campagnard tot het lichtjes bruint maar nog steeds soepel is. Haal de campagnard van het vuur en leg het spek op een bord. Laat het vet in de pan.

Meng de mosterd, bruine suiker, tijm en 1 teentje fijngesneden knoflook in een kleine mengkom. Vouw het uiteinde van elk varkenshaasje naar onder zodat het vlees overal even dik is. Wrijf het mosterdmengsel over de twee varkenshaasjes zodat ze helemaal bedekt zijn. Wikkel de speklapjes rond het varkenshaasje. Begin aan het uiteinde en ga verder over de hele lengte van het vlees waarbij de speksneetjes elkaar overlappen. Je kan de losse spekeindjes met een tandenstoker vastprikken.

Plaats de varkenshaasjes in de camagpanrd en zet de pan in de voorverwarmde oven. Bak tot de vleesthermometer 58-60 °C aangeeft in het dikste stuk van het vlees (ongeveer 15-20 minuten). Haal de campagnard uit de oven en plaats de varkenshaasjes op een snijplank en dek ze af met aluminiumfolie. Laat de pan lichtjes afkoelen gedurende ongeveer 5 minuten, maar giet de kookjus niet weg.

Voeg de rode ui toe aan de campagnard met de kookjus en stoof de ui tot de uiteinden lichtjes bruin zien (ongeveer 5 minuten). Voeg de resterende knoflook en viskruiden toe en bak gedurende ongeveer 30 seconden tot de knoflook en de kruiden hun geur loslaten. Voeg de limabonen, pompoen, mais, okra en kippenbouillon toe en verhoog de temperatuur tot alles suddert. Dek af met de deksel en kook gedurende ongeveer 5 minuten. Voeg de tomaten en het Spaans pepertje toe en roer alles door elkaar. Laat nog 3 minuten pruttelen zonder deksel. Zet het vuur uit en voeg de boter en basilicum toe. Kruid naar smaak met peper en zout. Bon Appétit!