- Fruit
Ingrediёnten
- 200 g gewone bloem
- 100 g gezouten boter, in blokjes
- 40 g bloemsuiker
- 1 ei
- 1 el water
- 300 g verse frambozen
- 150 g basterdsuiker
- 1 citroen, sap & zeste
- 1 kl rozenwater
- 30 g maïsbloem
- 2 eieren, gesplitst
- 75 g boter
- Eiwitten van gesplitste eieren
- 100 g suiker
- 50 g verse frambozen
- 1 el pistachenoten
- Verse muntblaadjes
- Grote koekjesvorm
- Bakbonen
- Bakpapier
- Keukenbrander
-
Bereidingswijze
-
1Verwarm de oven voor op 200 °C / 180 °C heteluchtoven / gasstand 6. Verwarm de oven voor op 200 °C / 180 °C heteluchtoven / gasstand 6.
-
2Maak eerst het deeg. Doe de bloem, de boter en de bloemsuiker in de keukenmachine en meng tot het kruimels zijn. Voeg het ei toe en meng nogmaals tot het deeg een geheel begint te vormen. Voeg wat water toe wanneer het deeg nog kruimelig is.
-
3Haal het deeg uit de keukenmachine, leg het op een bebloemd oppervlak en kneed tot een gladde deegbal. Pak het in vershoudfolie in en zet het in de koelkast.
-
4Maak ondertussen de frambozencurd. Doe de frambozen in een food processor en mix ze tot pulp. Giet de frambozenpuree door een fijne zeef om alle pitjes te verwijderen.
-
5Giet de frambozenpuree in een sauspan en warm op laag tot halfhoog vuur op. Voeg de suiker, de citroenzeste en het citroensap, het rozenwater en het maïsmeel toe. Klop op halfhoog vuur tot het mengsel indikt. Dit duurt ongeveer 5 à 6 minuten.
-
6Wanneer de puree is ingedikt neem de pan van het vuur en laat enkele minuten afkoelen. Voeg 2 eigelen toe (hou de eiwitten bij om later de meringue te maken) en roer de boter erdoor. Eenmaal gemengd zet terug op het vuur en klop zachtjes op laag vuur gedurende 2 à 3 minuten tot het mengsel een lint vormt.
-
7Haal de curd van het vuur, laat afkoelen en verder indikken.
-
8Haal het gekoelde deeg uit de koelkast en leg op een bebloemd oppervlak. Rol het uit tot 1 cm dik. Snij 6 cirkels uit het deeg met een koekjesvorm die 2 cm groter is dan de taartvorm). Beboter de vorm en plaats de deegrondjes voorzichtig in de taartvormen. Snij het teveel aan deeg voorzichtig weg.
-
9Prik de bodem van de deegvormen in en plaats nog eens 10 minuten in de koelkast. Door het deeg nogmaals te koelen zal het minder krimpen.
-
10Neem de gekoelde taartvormen uit de koelkast en bekleed ze met wat bakpapier. Vul ze met bakbonen of rijst, gedroogde bonen of peulvruchten. Bak 10 minuten in de oven.
-
11Haal de taartvormen uit de oven. Verwijder het bakpapier en de bakbonen en giet voorzichtig de gekoelde curd in de vormen. Bak nog 10 minuten in de oven.
-
12Maak ondertussen de meringue. Maak een kom goed schoon met een keukenpapiertje met citroensap. Klop hierin de eiwitten tot pieken. Voeg langzaam de suiker toe, 1 lepel per keer, en klop tot de suiker volledig opgelost is alvorens de volgende lepel toe te voegen. Herhaal tot alle suiker op is en er een dikke, glanzende meringue ontstaat.
-
13Haal de taartjes uit de oven en laat ze volledig afkoelen. Eenmaal afgekoeld, spuit de meringue met een spuitzak op de taartjes en brand ze licht met de keukenbrander.
-
14Werk af met verse frambozen, pistachenoten, en muntblaadjes.
-
15"Vergeet niet de eiwitten te bewaren wanneer u de frambozencurd maakt. U heeft ze nodig voor de meringuedecoratie.
-
16Wat betekent ´een lint vormen´ wanneer u curd maakt? Als u wilt dat de curd dik genoeg is om te stollen, moet u ervoor zorgen dat er een lint vormt. Dat wil zeggen dat de curd gemakkelijk van de achterkant van een lepel vloeit en een lintvormig spoor achterlaat. Laat de curd volledig afkoelen, hij zal vanzelf indikken."