- Bloem
Ingrediёnten
- 120 g rozijnen
- 150 ml warm water
- ½ blokje verse gist
- 100 g bloemsuiker
- 1 kl vanille-extract
- Zeste van een citroen
- Zeste van een sinaasappel
- 500 g Meel
- 2 eieren
- 2 eierdooiers
- 100 g boter
- 5 g zout
- 100 g gekonfijte sinaasappelschil
- 1 eiwit
- 40 g fijngemalen amandelen
- 10 g maïzena
- 100 g suiker
- 2 el bloemsuiker
- 1 el parelsuiker
- 15 g hele gepelde amandelen
-
Bereidingswijze
-
1Laat eerst de sultana's gedurende ong. 30 minuten in 50 ml warm water weken. Los ondertussen de gist op in een mengkom in de resterende 100 ml warm water en voeg dan de suiker, vanille en citroenzeste toe.
-
2Doe nu de bloem erbij en kneed met een elektrische klopper met deeghaken op de laagste stand. Van zodra de ingrediënten gemengd zijn, voeg de eieren en de eiderdooiers toe en kneed verder op laagste stand.
-
3Voeg dan langzaam en geleidelijk aan de boter in blokjes bij het deeg. Wacht tot de boterblokjes volledig door het deeg geroerd zijn alvorens de volgende lading toe te voegen.
-
4Zet nu de mixer op gemiddelde snelheid en kneed alles grondig gedurende 15 minuten. Voeg dan het zout, de geweekte sultana's en de gekonfijte vruchten toe en kneed tot er een zacht, elastische deeg ontstaat. Breng het deeg over op een met bloem bestoven aanrecht en laat het gedurende 20 minuten rusten.
-
5Vouw op het einde van de rusttijd de vier hoeken van het deeg naar binnen en begin met de traditionele "pirlatura"-techniek: neem de deegbal aan beide zijden vast met licht beboterde handen en laat met een cirkelvormig beweging telkens als een spiraal draaien. Herhaal dit een paar keer tot je een kogelvorm bekomt.
-
6Bedek het deeg met wat licht ingevette vershoudfolie en laat gedurende ong. 2 uur rijzen op een warme, donkere plek, bijvoorbeeld in de oven, tot het volume verdubbeld is.
-
7Leg het deeg nu op een met bloem bestoven aanrecht en vorm een kogel. Plaats het deeg in een ingevette gietijzeren braadpan van ong. 20 cm doorsnede en zet het opnieuw op een warme plek tot het deeg 2 cm boven de rand van de braadpan uitkomt. Naargelang de temperatuur kan dit 1 tot 2 uur duren.
-
8Meng ondertussen het eiwit met de gemalen amandelen, de maïzena en de suiker met een elektrische klopper of een garde.
-
9De oven voorverwarmen op 180 °C (heteluchtoven: 160 °C, gasoven: 4).
-
10Bestrijk de panettone voorzichtig met het ei-amandelmengsel zonder de rand van de braadpan te raken. Anders kan het deeg niet correct rijzen en zal het moeilijker uit de vorm komen. Bestrooi met bloemsuiker, parelsuiker en amandelen.
-
11Zet tot slot de braadpan gedurende 45 à 50 minuten in de voorverwarmde oven. Prik tegen het einde van de baktijd het deeg in met een deegprikker. Als er geen deeg blijft plakken, is de panettone klaar en kan hij uit de oven genomen worden.
-
12Wanneer de panettone afgekoeld is, kan hij voorzichtig ontvormd worden door hem zorgvuldig met een mes los te maken uit de vorm.